
Catullus, carmina: vertaling
De volgorde waarin we de gedichten gelezen en besproken hebben is slechts bij benadering chronologisch. De relatie tussen Catullus en Clodia heeft zoveel ups en downs gekend dat de juiste chronologie van de gedichten onder filologen nog steeds een discussiepunt is.
4 Soorten van metrum in de carmina:
- Hendeca/syllabus = 11/lettergrepen : 1 spondee ( – – ), 1 dactylus ( – u u ), 3x trochee ( – u )
- = carmina 5, 7, 58
- = carmina 5, 7, 58
- Distichon dactylicum = elegisch distichon = combinatie van 2 verzen (2e versie trapje in …)
- = carmina 70, 92, 87, 85, 76
- = carmina 70, 92, 87, 85, 76
- Choliambus = hinkjambe = carmen 8 (Vaarwel)
- Sapphicus = carmin 51 (full of love)
Carmen 5
Carmen 5: Eindeloos
Een gedicht uit de beginperiode van de relatie: Catullus is onbezorgd, dolverliefd en wil van deze liefde samen met Clodia voluit genieten. Van de consternatie die deze relatie in Romeinse burgerkringen teweegbrengt, trekt hij zich niets aan, daar is het leven te kort voor.
Kenmerken van gedicht:
- De vorm > primeert op de inhoud
- de individuele expressie van individuele gevoelens
- zich afzetten tegen traditionele, grote genres / ingaan tegen een leven in de onderwereld
- zich afzetten tegen politieke en maatschappelijke waarden / te strenge oude mannen = oude politiek …
Laten we leven, mijn Lesbia, laten we beminnen,
en laten we alle geruchten van de te strenge oude mannen
één centje waard achten.
- Vivamus, amemus, aestimemus: < vivare, amare, aestimare, A. conj. praes. 1MV, Conj. HZ “Aansporing” (‘laten we’).
- rumores.. omnes: Hb.; omnes: enjambement
- severiorum: < severus comparatief, gen m MV – ‘van te strenge’
- unius…assis: Hb. – ‘één centje’
Zonnen kunnen ondergaan en terugkeren:
<maar> voor ons, wanneer eenmaal het korte licht is ondergegaan,
letterlijk: voor ons is één eeuwigdurende, te slapen nacht.
vlot: moeten wij eeuwig slapen de hele nacht lang.
- Soles: < sol, nom m MV = poetisch MV
- <sed> nobis: <sed> asyndeton, nobis: datief -‘voor ons’
- brevis…lux, nox…perpetua: Chiasme X
- dormienda: < dormire, VA (verbaaladj.), nom v E, bij nox.
Geef mij duizend kussen, dan honderd,
dan duizend andere, dan een tweede honderdtal,
dan onafgebroken duizend andere, dan honderd.
- Da: < dare, imperatief E
- < basium, onz. – ‘kus’
- mi = mihi: metri causa
- deine, dein, deine …: anafoor
Dan, wanneer we er vele duizenden zullen gegeven hebben,
zullen we die doorheen gooien, [ opdat we het niet weten, ]
of [ opdat een slechterik niet jaloers kan zijn, ]
wanneer hij weet dat het zoveel kussen zijn.
- fecerimus: < facere, A ind. fut.ex 1 MV – ‘we zullen gegeven hebben’
- milia multa <basia>
- conturbabimus: fut.s.
- illa <basia>
- sciamus: < scire: conj. praes 3MV: ne + conj. : BWBzin doel
- possit: < posse: conj. praes 3MV: ne + conj. : BWBzin doel
- basiorum: < basium, Gen. o MV, BVB geheel – zoveel ‘van kussen’
Carmen 7
Carmen 7 : Mateloos
Opnieuw een kusgedicht, dat zich duidelijk situeert in de beginfase van de liefde tussen Catullus en Clodia.
Je vraagt, hoeveel zoenen voor mij,
van jou, Lesbia, meer dan genoeg zijn
- Quaeris: ‘je vraagt’ -> de lezer aanspreken
- quot … sint: < esse, conj praes 3MV, conj. Vragende VwZin (GT aan Quaeris?)
- < basium,o.
- tuae: enjambement
- satis superque: ‘meer dan genoeg’
Zoveel als het aantal van Lybische zandkorrels
er ligt in het gentiaanvoortbrengende Cyrene,
tussen het orakel van de vurige Iuppiter
en het heilige graf van de oude Battus ;
of zoveel als de vele sterren, wanneer de nacht zwijgt,
de heimelijke liefdes van mensen zien :
- <Tam>quam: <correlativa>
- Libyssae harenae: < harena, gen BVB, geheel – ‘van de zandkorrels’
- lasarpiciferis: < lasarpicifieri, “1x hapax”
- lasarpiciferis…Cyrenis: < Cyrenae, abl. v. MV, abl. BWB plaats = geboortestad Callimachus
- oraclum = orac(u)lum: syncope
- aestuosi = hypallage, zowel bij Iovis, en bij oraclum
- Batti: Battus, 1e koning van Cyrene -> verwijzing naar de vader van Call.
- cum tacet nox = metafoor
- furtivos…amores: versomarmend hyperbaton (Hb).
(“ dat jij zoveel kussen kust (geeft) “) ,
is voor de dolverliefde Catullus meer dan genoeg,
[ zodat de nieuwsgierigen ze niet kunnen tellenen ze niet kunnen beheksen met kwatongen ].
- (“ te basia multa basiare “): A+I, basia-basiare = polyptoton
- vesano…Catullo: Hb.
- quae: < qui, acc. o MV -> verwijst naar basia multa
- nec … nec possint
- possint : < posse, A. conj. praesens 3 MV, [BVB zin, bijgedachte van gevolg ]
Carmen 70: woorden
De eerste stormachtige verliefdheid is over, Catullus komt tot het besef dat hij niet Clodia’s eerste en enige minnaar is. Toch is de toon nog niet scherp, Catullus verwijt Clodia niet persoonlijk, maar verzucht alleen dat je de woorden van een vrouw tot haar minnaar met een korreltje zout moet nemen.
Elegisch distichon = combinatie van 2 verzen
- Nulli..nubere: dat V. (nemeni), metri causa, nubere +datief
-> noot: normaal zou je hier ‘nemini’ of zo iets verwachten (met niemand, < nemo), maar in het Latijn wordt dit: nulli (met niets); want nemo bestaat niet in datief in het Latijn … (nemo is een onregelmatig zelfstandig naamwoord)
- dicit: + A+I (se…malle)
- si … petat: conj, BWBz, Voorwaarde (si …) = potentialis – ‘zou’
- cupido…amanti: < amara, APP, dat m E.
Carmen 92: dubieus
Hoewel de liefde nog niet is uitgedoofd is er in de relatie duidelijk een kink in de kabel. Beide partners spuien voortdurend gemene roddels over elkaar: bewijs dat ze elkaar niet onverschillig laten!
- mi: metri causa; datief (maledicere+dat: ‘kwaad spreken over’)
- Lesbia mi = vooraan+samen, hij wil dicht bij Lesbia zijn
- … me: Lesbia me = Lesbia omhelzen met woorden (me)
- … me: <sed> Lesbia me : <sed> asyndeton
- dispeream: < disperire: A conj. praesens 1E -> conj. HZ, Verwensing
- dispeream … dispeream : parallellisme
- deprecor: < deprecari (Deponent wkw.), Dep. ind. praes 1 E
- assidue: enjambement
Carmen 58: ontaard
Een voorbeeldroddel van Catullus’ kant. In een andere gedumpte minnaar van Clodia = Caelius, vindt hij een bondgenoot.
Caelius, onze Lesbia, die Lesbia,
die Lesbia, [ die Catullus als enige
meer dan zichzelf en al de zijnen heeft bemind : ]
nu trekt ze op kruispunten en in steegjes
de nakomelimingen van de trotse Remus af.
- Caeli: < Caelius, vocatief m E
- Lesbia illa … illa Lesbia: X chiasme
- unam: als enige
- nunc: draaipunt
- Het Latijnse woord “glubit” betekent “hij/zij/het schilt” of “hij/zij/het pelt”. Het is de derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd indicatief actief van het werkwoord “glubere“, wat “schillen” of “pellen” betekent. Dit werkwoord wordt typisch gebruikt in de context van het verwijderen van de schil of buitenste laag van iets, zoals fruit of groente…
Carmen 87: desondanks
De relatie loopt naar zijn einde, de vele perfecta suggeren dat toch. Catullus wil Clodia duidelijk maken dat hem in elk geval géén schuld treft voor het mislopen ervan.
- Veel perfecta = de relatie loopt op zijn einde … ! (amatam, amata est, fuit, reperta est)
- Nulla … nulla … : anafoor
- tantum … quantum : correlativa
- (“se dicere amatam <esse>”): A + I
- Lesbia amata mea est : kruisend Hb.
- ullo … <in> foedere: in enige relatie
Carmen 8
Carmen 8: Vaarwel
Catullus spreekt zichzelf moed in: hij zal zich losmaken van Clodia, die deze breuk nog diep zal betreuren. In hoeverre dit gedicht echt het einde van de relatie inluidt, is zeer de vraag: nergens is de toon kwetsend, tussen de verzen door lezen we nog hoop op een goede afloop.
Arme Catullus, hou op met gek doen,
en wat je ziet dat verloren is | beschouw het als verloren.
Ooit hebben voor jou zonnige dagen geschenen,
wanneer je opnieuw kwam waarheen je meisje je leidde
bemind door ons | zoals geen enkele vrouw zal bemind worden.
- desinas: < desinere, conj. HZ, gebod!
- perditum: < perdere, PPP acc o E (als verloren = de relatie)
- fulsere = fulserunt (verkorte vorm): < fulgere, A ind perf 3 MV
- candidi…soles: stralende zonnen/wit (inversie) = zonnige dagen < sol, nom. m MV
- amata: < amare, PPP nom v E
- amabitur: P. ind. fut. s. 3E
Daar gebeurden toen die vele leuke dingen,
die jij wou | en het meisje niet weigerde,
waarlijk zonnige dagen hebben voor jou geschenen.
- nec…nolebat: dubbele negatie – litotes -> ze wou het super graag !
Nu wil zij niet meer: ook jij, machteloze kerel, wil! niet,
en loop haar [die wegvlucht] niet achterna, en leef niet ongelukkig,
maar hou standvastig vol , volhard.
Vaarwel meisje, Catullus volhardt al,
en hij zal jou niet meer opzoeken | en niet meer tegen je zin vragen :
maar jij zal treuren , wanneer je zal gevraagd worden <door> niemand .
- noli: imperatief E!
- sectare: < sectari (Dep.): imperatief E!
- vive / obdura -> machteloos staan: hij wil haar, maar zij wil hem niet, hij niets doen.
- miser: DVB, dubbel verbonden bepaling
- obdura … obdurat : polyptoton
- Vale: Vaarwel, hij wil haar uit zijn hoofd krijgen
- Iam Catullus obdurat: in 3e persoon omdat hij nog niet meteen zelf kan volharden
- requiret: < require?, A. ind. fut.s. 3E
- rogaberis: < rogare, P. in. fut.s. 2E
- <ab> nullā: < nullus-a-um, abl. v E, HV.
Ongelukkige, wee jou! Welk leven staat jou te wachten?
Wie zal nu naar jou komen? Voor wie zal je er mooi uitzien?
Je zal wie nu beminnen? Wiens meisje/het meisje van wie zal je genoemd worden?
Wie zal jij kussen? In wiens lippen zal je bijten?
Maar jij, Catullus, volhard vastbesloten.
- ? Quae, Quis, Cui, Quem, Cuius, Quem, Cui: < qui?
- = allemaal ? vragende voornaamwoorden
- = anafoor + polyptoton
- diceris: < dicere, P. ind. fut.s. 2E
- At tu: aanspreking zichzelf
Carmen 85: Schizofreen
Een gedicht dat zeker dateert uit het einde van de relatie. Catullus blijft alleen achter met de tegenstrijdige gevoelens (liefde en haat), die hij in carmen 92 nog met Lesbia deelde. Het gedicht is één en al gebalde kwelling.
Ik haat en ik bemin. Waarom ik dat doe, vraag je misschien.
Ik weet het niet, maar ik voel het gebeuren en ik word erdoor gekweld.
- Odi: < odisse (= “defectief wkw“), A. ind. perf. 1E, maar: tegenwoordig vertalen -> zoals praesens
- Odi et amo : oxymoron ; ratio (verstand) vs emotie (hart) = CONFLICT (een beetje schizofreen dus)
- = de indiv. expressie van indiv. emoties!
- Quare?… Waarom? …
- faciam: < facere, A. Conj. praes. 1E, vragende VWzin, Quare?
- excrucior: < excruciare, P. ind. praes. 1E – ‘ik word gekweld’ (het overkomt hem)
Carmen 76: Genade
Dit is wellicht het meest aangrijpende gedicht uit de hele cyclus. Catullus is allang de hoop kwijt op het herstel van de relatie, maar hij is hopeloos: het verdriet om Clodia’s afwijzing maakt hem kapot. Ten einde raad smeekt hij de goden om verlossing.
BELANGRIJK: de 4 krachtige elementen van het ‘Genade’ gedicht aan de goden
- Catullus durft zijn zwakheid te tonen
- hij haalt hulp van de goden!
- het is een strijd tussen ratio vs emotie
- verschil tussen de liefde vroeger vs nu
Als er enig genoegen is voor een mens die terugdenkt aan eerdere weldaden,
wanneer hij bedenkt (“dat hij plichtsgetrouw is“),
(“en dat hij de heilige trouw niet heeft geschonden“), (“en dat hij niet in enige relatie
de macht van de goden heeft misbruikt om mensen te misleiden,“)
dan liggen nog veel vreugdes in een lang leven klaar voor jou, Catullus,
als gevolg van deze ondankbare liefde.
- recordanti: < recordari, APP, dat. m E. -> bij homini
- cogitat: + (“3 ACI“) dat ..
- se … esse pium
- <se> … viola<vi>sse = < violare, Infinitief, Perf. / syncope <vi>
- <se> … abusum <esse> = < abuti, Dep. Infinitief, Perf. + abl (V): numine
- foedere: < foedus (relatie), abl. o. E
- divum: < deus, gen m MV = Poetisch meervoud (normaal is het: deorum)
- ad fallendos…homines: < fallere, VA, acc. m MV. (VA: verbaaladj.)
Want al het goede dat mensen aan iemand kunnen of zeggen
of doen, dat is door jou én gezegd én gedaan;
dat alles is verloren gegaan toevertrouwd aan een ondankbare geest.
- quaecumque…bene : < quicumque, acc. o MV = veralgemenend relativum
- cuiquam : < quisquam, dat m E
- aut…aut, que…que : polysyndeton
- perierunt: perf. vertalen
Waarom waarom zou je jezelf nog langer folteren?
Waarom verman je je niet | en trek je jezelf niet hieruit terug,
en hou je niet op om { tegen de zin van de goden } ongelukkig te zijn ?
- Quare? = cur?
- amplius: comparatief van amplus
- excrucies? : < excruciare, A. conj. praes. = Conj. HZ, overleggende vraag (waarom zou je…?)
- { dis invitis } : < deus invitus-a-um, abl. m MV, LA (Losse Ablatief)
Het is moeilijk om plotseling een lange liefdesrelatie neer te leggen.
Het is moeilijk, maar dit, hoe dan ook, moet je doen.
- efficias: < efficare, conj. praes. 2E = conj. HZ, gebod!, aansporing!
Dit is de enige redding, dit moet overwonnen worden door jou,
dit moet jij doen, of het nu niet mogelijk is of mogelijk is.
- haec: nom v. E, onderwerp | Una salus: nom v E, NWD
= omgekeerde congruentie, normaal past het NWD zich aan aan het onderwerp, maar hier dus omgekeerd, want het onderwerp = zwak !
- pervincendum: VA, acc. m E, – ‘dit is te overwinnen’, door jou
- pote…pote = potest
- Let op de zinstructuur:
- als …, als …, kijk! dan … ||
- en als .., neem! dan … [die ]
- vestrum: < nos, gen m V
- extremum… opem: < opus, acc. m E, versomarmend hyperbaton
- tulistis: < ferre, A ind. perf. 2 MV – ‘jullie hebben gebracht’
- aspicite! … eripite!: imperatief MV!
- subrepens: < subripere, APP nom m E
- egi: < agere, A ind. perf., realis
- artus = 3e klasse woord, acc. m. MV!
- expulit: < expellere, perf.
- laetitias: acc v E, LV
- quaero…ut + conj.: ‘ik vraag dat…’
- diligat: conj. = verklarend Bz (bijzin)
- velit: ” “
- reddite!: <reddere, imperatief MV!
Carmen 51
Carmen 51: Goddelijk
Dit gedicht is wellicht het eerste uit de Lesbia-cyclus. Hiermee introduceert Catullus zichzelf bij Clodia en verklaart haar op een geraffineerde manier zijn liefde, met een persoonlijke adaptatie van een beroemde ode van Sappho, niet toevallig de lievelingsdichteres van Clodia…. (slim 😉
= Het eerste gedicht uit Lesbia cyclus
- imitatio/aemulatio van een gedicht van Sapho
- Literaire salons: ontmoeting
- Sapphische strofes: indruk maken!
- sfeer: respectvol
Die man lijkt mij gelijk aan een god te zijn,
hij die, als het mogelijk is, de goden overtreft,
[die zittend tegenover jou keer op keerbekijkt en beluistert,
- si fas est: < fieri
- divos = deos
- sedens: < sedére, APP, nom m E
terwijl jij lief lacht, wat (aan) mij ongelukkige
alle zinnen ontneemt : want zodra ik jou,
Lesbia, heb gezien, blijft er niets over
van mijn stem in mijn mond,
- ridentem: < ridére, APP, acc. v E
- misero…mihi: < ego, datief m E
- omnis…sensus: < omnis sensus, acc m MV!
- Lesbia: aanspreking
- aspexi: < aspicere, A. ind. perf 1E
- est super: = superesse – ‘overblijven’ + datief: ‘mi’ – ‘aan mij’
- vocis: < vox, gen v E -> lett: van de stem aan mij, vlot: van mijn stem
- in ore: < os, abl. o.E, BWB plaats – ‘in de mond’ -> ik ben dus sprakeloos … ‘
maar mijn tong is verlamd, | in mijn ledematen
stroomt een fijne vlam, | door hun eigen geluid
suizen mijn oren, | en mijn ogen worden bedekt
door een dubbele nacht.
- tenuis…flamma: ‘een fijne vlam’
- gemina lumina nocte -> gemina = 2 stijlfiguren :
- Hypallage: gramm. bij nocte, inhoud. bij lumina
- Metonymie: betekenis verschil: 2 ogen <-> 2 lichtpunten
- = beschrijving van de schoonheid van Lesbia ;
- vs de volgende zin (Otium …): = : het gevaar van de liefde: hij waarschuwt zichzelf … want Clodia/Lesbia is getrouwd!
- Otium, otio, Otium : Anafoor + Polyptoton
- molestum: nom o E, NWD
- et reges (< rex, acc m E) … et beatas urbes (< urbs: acc v MV): LV
- perdidit: < perdere, perf.