Aeneas vangt zijn verhaal aan
Conticuere omnes | intentique ora tenebant
inde toro pater Aeneas sic orsus (est) ab alto:
Allen zwegen | en gespannen hielden zij hun gezichten;
vervolgens begon vader Aeneas vanaf zijn hoge aanligbed als volgt:
- orsus (est): < ordiri (dep. ww) (hij begon)
Infandum, regina, iubes renovare dolorem,
Troianas ut opes et lamentabile regnum
eruerint Danai, [quaeque ipse miserrima vidi
et [quorum pars magna fui.
‘Een onnoemelijk leed, koningin, beveel je mij te hernieuwen,
hoe de Grieken de Trojaanse rijkdommen en het beklagenswaardige rijk
verwoest hebben , en de miserie [die ikzelf heb gezien
en [waarin ik een groot aandeel heb gehad.
. quis talia fando
Myrmidonum Dolopumve | aut duri miles Ulixi
temperet a lacrimis? et iam nox umida caelo
praecipitat | suadentque cadentia sidera somnos.
. wie – bij het vertellen van zoiets –
van de Myrmidonen of de Dolopen | of welke soldaat van de harde Odysseus
zou zijn tranen kunnen bedwingen? en reeds snelt de vochtige nacht voort in de hemel
| en de vallende sterren raden de slaap aan.
sed si tantus amor casus cognoscere nostros
et breviter Troiae supremum audire laborem,
quamquam animus meminisse horret | luctuque refugit ,
incipiam.
Maar als er zo’n groot verlangen is om onze lotgevallen te leren kennen
en om in het kort de extreme ellende van Troje te aanhoren,
hoewel mijn geest huivert om het zich te herinneren | en terugdeinst voor de rouw ,
zal ik beginnen.
Het houten paard
Primus ibi ante omnis | magna comitante caterva
Laocoon ardens summa decurrit ab arce,
et procul ‘o miseri, quae tanta insania, cives?
Toen liep Laocoon als eerste voor allen | door een grote groep vergezeld
naar beneden brandend van woede van de hoogste burcht
en van ver riep hij : ‘ o dwaze burgers, wat voor een grote waanzin is dit?
- comitante: < comitari (dep. ww), APP, abl. v. E (vergezeld)
- ardens: < ardére, APP, nom. m. E.
- ab arce summa: < arx, v. (van de hoogste burcht)
creditis avectos hostis? aut ulla putatis
dona carere dolis Danaum? sic notus Ulixes?
geloven jullie dat de vijanden weggevaren zijn? of menen jullie dat enige
geschenken van de Grieken vrij zijn van een list? Is Odysseus zo bekend?
- avectos: < avehi, PPP acc. m. MV (weggevaren)
- dolis: < dolus (list)
aut hoc inclusi ligno occultantur Achivi ,
aut haec in nostros fabricata est machina muros ,
inspectura domos | venturaque desuper urbi,
aut aliquis latet error ; equo ne credite , Teucri !
ofwel verbergen de Grieken zich, door het hout ingesloten,
ofwel is dit werktuig gemaakt tegen onze muren ,
om onze huizen te bespioneren | en om te komen van bovenaf naar onze stad ,
ofwel is er een andere list verborgen ; vertrouw het paard niet Trojanen !
- inclusi: < includere, PPP, abl. o. E. (door het hout ingesloten)
quidquid id est , timeo Danaos et dona ferentis.’
Wat het ook is , ik vrees de Grieken ook wanneer ze geschenken brengen. ‘
sic fatus | ualidis ingentem viribus hastam
in latus | inque feri curvam compagibus alvum
contorsit. stetit illa tremens, { uteroque recusso }
insonuere cavae | gemitumque dedere cavernae.
zo sprak hij | en hij slingerde met grote kracht een reusachtige lans/speer
in de flank | en naar de onderbuik met gebogen spanten van het dier.
. ze bleef trillend staan , en { nadat de buik schokte }
weerklonken de holtes | en gaven een gezucht.
et, si fata deum, si mens non laeva fuisset,
impulerat ferrō Argolicas foedare latebras,
Troiaque nunc staret, Priamique arx alta maneres.
en, als het fatum (lot) van de goden niet ongunstig was geweest, als het verstand niet verblind was geweest,
dan had het ons ertoe gedreven de Griekse schuilplaatsen met het zwaard te vernielen,
dan zou Troje nog bestaan, en dan was jij er nog, hoge burcht van Priamus.